Slim warmtevraag en -aanbod aan elkaar koppelen
Het aanbod aan aardwarmte en industriële (rest)warmte is hoog. De vraag naar warmte uit het stedelijk gebied en de glastuinbouw idem dito. Door vraag en aanbod aan elkaar te koppelen, ontstaan enorme kansen voor duurzaam energiegebruik. Daarom geeft de provincie de totstandkoming van warmtenetten hoge prioriteit.
Maatregelen bevinden zich nu nog grotendeels in de voorbereidende fase. Op redelijk korte termijn moet een begin worden gemaakt met het koppelen van bronnen aan afnemers. Tracés daarvoor worden gefaseerd aangelegd. Op die manier ontstaat een slim netwerk van warmte-infrastructuur. Parallel worden lokale warmtenetten verder uitgebreid en aangelegd. Vervolgens zijn er mogelijkheden om nieuwe warmtenetten weer aan de hoofdinfrastructuur koppelen.
Beginnen met twee tracés
Er zijn twee belangrijke tracés voor het transport van warmte: een Leiding door het Midden (LdM), gericht op warmtelevering aan Delft, Den Haag en het Westland, en een Leiding over Oost (LoO), gericht op warmtelevering aan de Leidse regio en Heineken in Zoeterwoude. Het eerstgenoemde tracé moet in 2023 gereed zijn. De tweede leiding bevindt zich nog in de planfase. Ook voor het tussengelegen gebied (Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Zuidplas, Waddinxveen, Alphen, Zoetermeer) wordt nu verkend wat de warmtevraag is en welk aanbod er is.